Proefbedrijf Biologische Landbouw: balans 2013
Het Proefbedrijf Biologische Landbouw is een onderdeel van de Inagro-campus in Rumbeke-Beitem. Op 12 ha zandleemgrond worden reeds 10 jaar biologische akkerbouwgewassen en groenten geteeld. Elk jaar brengt nieuwe uitdagingen met zich mee.
Bedrijfsschets
Op het proefbedrijf biologische landbouw streven we naast de proefveldwerking, ook een professionele bedrijfsuitbating na. Deze professionele uitbating levert een pak praktijkervaring op die we graag delen met biologische collega’s of boeren met interesse voor de biologische landbouw.
Zomertarwe met onderzaai van klaver, kolen, aardappelen, tijdelijk grasland, prei en wortelen volgen elkaar op in een zesjarige rotatie. Deze rotatie draait rond op 12 percelen (2 keer 6) van 70 are à 1 ha. In 2013 werd één perceel aardappelen vervangen door pompoenen. Op een perceel dat los staat van de vaste rotatie werd knolselder geteeld. Hagen en kruidenrijke akkerranden zorgen voor een ecologisch netwerk.
Sinds 2010 wordt met RTK-GPS gewerkt en houden we na de hoofdgrondbewerking vaste rijpaden aan. Voor het eerst werden enkele percelen niet kerend bewerkt. In 2013 namen we een nieuwe rijenbemester en een zon-aangedreven wiedbed in gebruik.
Binnen deze bedrijfsmatige context wordt de proefveldwerking ingepast. In dit artikel laten we u even meekijken met de praktische aanpak van de hoofdteelten kool, prei en wortelen.
De afzet gebeurt volledig in het biologische circuit. In 2013 waren Veiling BelOrta, een wortelwasserij en een diepvriesfabriek de voornaamste afnemers voor de groenten op het bedrijf.
Foto: Het nieuwe zonaangedreven wiedbed bleek een grote stap vooruit inzake ergonomie.
2013: milde zomer maakt koud voorjaar goed
In 2013 werden de seizoenen grondig door elkaar geschud. De winter was koud en lang met vorst tot in maart. In april was tussen de buien door goed werk mogelijk. Mei was daarentegen een echte herfstmaand met veel regen. In de tweede helft van mei zakte de minimumtemperatuur nog tot het nulpunt. Van juni tot september was het weer vrij mild. Droge periodes werden afgewisseld met regen. In een aantal gevallen was irrigatie nodig. Oktober was de voorbode van een vrij warme en natte winter zonder enige vorst.
Kolen: inspelen op het weer
De bloemkolen werden geplant na een voorteelt van zomertarwe met klaver als groenbemester. Voor de teelt werd 30 ton stalmest uitgereden. Kalk en kali werden toegediend volgens het standaardadvies. De ervaring uit voorgaande jaren leert dat de stikstoflevering uit klaver wordt onderschat. De planting van 18 april kreeg 700 kg DCM 11-0-3 in de rij bij het planten. De keuze voor deze fosforarme organische korrelmeststof laat ons toe om de fosfornorm maximaal met dierlijke mest in te vullen. In de tweede planting (24 april) werd een bemestingsproef aangelegd. Deze proef bevestigde dat een kleine startbemesting in de rij bij het planten volstaat voor een goed gewas.
De rassenkeuze loopt gelijk met de gangbare teelt. In 2013 werd gekozen voor Hermon, Faraday en Clapton in de eerste teelt. Deze werden door de plantenkweker ten dele in persblok en ten dele in tray opgekweekt. De planten werden steeds in de plantbak behandeld met Spinosad tegen koolvlieg. Om duivenschade te voorkomen, werden alle planten afgedekt met wildnet. Op 1 juli gebeurde een behandeling met Xentari om schade door rupsen te voorkomen. Tegen het onkruid werd drie weken na planten een eerste keer geschoffeld in combinatie met vingerwieders. Nadien werd nog één keer aangeaard.
Door de late oogst van de eerste teelt, werd ook de tweede teelt pas in de tweede helft van juli geplant (Korlanu en Faraday). Om een goede start te waarborgen, werd 500 kg DCM 11-0-3 in de rij bijbemest bij het planten.
Overeenkomst de marktvraag werd voornamelijk op 8 st / kist geoogst. Door de interactie met de aanliggende proeven, is het oogstpercentage moeilijk in te schatten.
Op een tweede perceel werd ten dele een enkele teelt van broccoli en ten dele witte kool geplant. Dit perceel kreeg ook een basisbemesting met 30 ton stalmest / ha. De broccoli stond ten dienste van een proef waarin we de stikstofnalevering van verschillende groenbemesters onderzochten. Daarom kreeg de broccoli geen bijbemesting tijdens de teelt. De purperen schijn over het gewas bij de oogst gaf duidelijk aan dat er te schraal was geteeld.
Enkel op de veldjes waar voorheen een goed ontwikkelde vlinderbloemige groenbemester stond, had het gewas voldoende volume voor een goede opbrengst.
De witte kool werd grotendeels ingenomen door een rassenproef voor respectievelijk de industrie en de verse markt. Om een kort intermezzo tussen twee regenperiodes te benutten werd dit perceel niet kerend bewerkt. Dit was mogelijk doordat voordien de nodige voorbewerkingen waren gebeurd om overwinterde onkruiden aan te pakken.
Prei groeit door tot winter
De preiplanten werden zelf opgekweekt. De herfstprei werd in een tunnel gezaaid in een 5 cm dikke laag potgrond. Deze potgrond zorgt voor een optimaal en quasi onkruidvrij kiembed. Dit jaar kozen we voor Krypton voor levering aan de industrie en voor Surfer voor levering aan de verse markt. De winterprei werd gezaaid in open lucht op een rijafstand van 16 cm zodat kan worden geschoffeld. Hier is Kenton al jaren het standaardras.
Prei volgt in de vruchtwisseling op een eenjarige grasklaver. Op één perceel werd geen snede gemaaid en werd de zode begin mei onder gewerkt. Dit geniet onze voorkeur. Op een tweede perceel werd om proeftechnische redenen eind mei nog een snede gemaaid. Op beide percelen werd 25 ton runderstalmest uitgereden. Op basis van de eigen ervaring en stikstofanalyses tijdens het seizoen werd niet bijbemest tijdens het seizoen. Grasklaver zorgt met name voor een lange en forse nalevering van stikstof. De tweede helft van augustus was erg droog. De herfstprei werd in die periode beregend om de bodem actief te houden zodat de groei in het gewas bleef.
De herfstprei werd omstreeks half juni geplant. De winterprei volgde één maand later. Met behulp van RTK-GPS gebeuren alle bewerkingen na het ploegen vanaf hetzelfde spoor. Zodoende wordt er steeds in een losse en onbereden grond geplant en krijgen we een uniformer gewas bij de oogst. Omwille van de mechanische onkruidbestrijding, wordt vlakvelds geplant.
Foto: Preiperceel half juli, na 3 mechanische bewerkingen en voor manuele wiedbeurt.
Tien à veertien dagen na planten wordt steeds een eerste keer geschoffeld. Tegen de verwachting in leverde de torsiewieder van HAK in deze jonge prei mooi werk. Drie à vier weken na planten werd de wiedhark van Vanhoucke Machinebouw ingezet om de rij te ‘kammen’. De bladschade weegt niet op tegen het gerealiseerde wiedwerk. Door een regenperiode was er eind juli opnieuw heel wat nieuw kiemend onkruid. Omdat een schoffelbewerking met vingerwieders maar half werk leverde, werd daags nadien gewiedegd. Gemiddeld over de herfstprei en de winterprei heen, was ongeveer 35 uur handwerk / ha nodig om het perceel volledig onkruidvrij te houden.
Op 5 september werd er éénmalig met Spinosad behandeld tegen preimot. Dit was de enige bespuiting in het gewas en voldoende om marktverstorende schade te vermijden. Tot nader order werd nog geen preimineervlieg vastgesteld. In vergelijking met voorgaande jaren was er in het najaar opvallend weinig roest.
De Krypton werd begin november gerooid voor de industrie en leverde zware, vlot pelbare prei op. In de tweede helft van november tot eind december werd Surfer gerooid. Hoewel deze prei het gehele seizoen bijzonder goed stond, bleek ze onvoldoende sleetvast. Eind november was Surfer over zijn optimum. Aansluitend werd meteen op de winterprei overgeschakeld. Door de milde winter kon deze lang doorgroeien en werd het gewas ook niet verzwakt door vorst. Ondanks de vele regen kreeg papiervlekkenziekte weinig vat op de prei werd de hele winter kwalitatieve prei gerooid. Het gehele seizoen door werd aan minimaal 30 ton / ha gerooid. Voorgaande jaren was dit zelden het geval tijdens de winter.
Foto: De torsiewieder van HAK leverde in deze jonge prei mooi werk.
Wortelen: het ging vooruit…
Onkruidbestrijding is het grootste zorgenkind in de wortelen. In het natte voorjaar 2012 moesten alle zeilen worden bijgezet en liep het manuele wiedwerk op tot 300 uur / ha. Door een zeer alerte aanpak realiseerden we dit jaar – met 100 uur / ha – een minimumrecord. Omstreeks 20 april konden we ploegen en ruggen trekken voor het vals zaaibed. Een kleine maand later (18 mei) werd gezaaid (ras Nerac). Net voor zaai werd het gekiemde onkruid vernietigd met de rolschoffel. Door de koude omstandigheden kiemden de wortelen traag. Omdat regen werd voorspeld, werd op 27 mei een eerste keer volvelds gebrand. Op 29 mei werd, net voor opkomst, nog een tweede keer gebrand. Hiermee werd een eerste slag gewonnen. Op 19 juni, de wortels hadden toen hun eerste echt blad, werd geschoffeld op de rug. Meteen nadien werd manueel gewied aan een recordtempo. Twee factoren maakten dit mogelijk. Doordat niet tegelijk prei geplant moest worden en bloemkolen geoogst moesten worden, ging alle aandacht naar de wortelen en konden we op klein onkruid wieden. Het nieuwe zonaangedreven wiedbed bleek ook een grote stap vooruit inzake ergonomie.
Tijdens het seizoen gebeurde verder geen enkele behandeling tegen ziekten of plagen. In de twee helft van september rukte ineens het rupsje van de mineerborstelmot (Epermenia chaerophyllella) fors op. Wellicht kostte dit enige opbrengst en is in de toekomst mogelijk een behandeling met Bacillus thuringiënsis wenselijk. Begin oktober werden de wortelen gerooid voor de wortelwasserij. De marktbare opbrengst bedroeg ongeveer 50 ton / ha.
Balans
De balans van 2013 is positief op het proefbedrijf biologische landbouw. Na een koude en natte start in het voorjaar, evolueerde het seizoen goed. Een slagkrachtige mechanisatie en strakke aanpak legden de basis voor een geslaagde onkruidbestrijding. De meerwaarde van de vlinderbloemige tussenteelten was telkens goed zichtbaar in de opbrengst van de volgteelt.
Meer info?
Lieven Delanote
lieven.delanote@inagro.be
TEL 051/27 32 50