Subsidie praktijkonderzoek biolandbouw goedgekeurd
De Vlaamse Regering verleende vorige vrijdag haar goedkeuring aan de jaarlijkse subsidie voor CCBT (Coördinatiecentrum praktijkgericht onderzoek en voorlichting voor de Biologische Teelt). Dit jaar krijgt CCBT 200.000 euro, wat 40.000 euro meer is ten opzichte van de vorige jaren. Dit ten gevolge van een verschuiving van middelen binnen de onderzoeksmiddelen voorzien voor bio.
Met deze subsidie kan CCBT haar werking verderzetten in 2013 en acht onderzoeksprojecten ondersteunen. Deze projecten bieden een rechtstreeks antwoord op vragen vanuit de biologische sector die via de biobedrijfsnetwerken tot stand gekomen zijn.
De knelpunten en onderzoeksvragen komen vanuit de biobedrijfsnetwerken (BBN), de technische comités van de proefcentra en de vakgroep biofruit van Bioforum. De proefcentra die lid zijn van CCBT gingen vervolgens aan de slag met deze vragen en schreven projectvoorstellen uit. De finalisering en beoordeling van de projectvoorstellen gebeurt door de expertenwerkgroep en de Raad van Bestuur van CCBT, eveneens na terugkoppeling en in samenspraak met de sector.
De volgende acht projecten werden uiteindelijk goedgekeurd:
‘Aanpak van herinplantproblemen bij een nieuwe aanplant binnen de biologische fruitteelt’ (Pcfruit, proeftuin pit- en steenfruit)
‘Opvolging N-min in biologische fruitaanplantingen’ (Pcfruit, proeftuin pit- en steenfruit)
Binnen de biologische fruitteelt is er tot op heden weinig aandacht besteed aan onderzoek rond bemesting. Maar met de komst van MAP4 en de strengere eisen rond o.a. nitraatstikstof in het najaar zijn er ook binnen deze sector vragen gerezen. Zo kan men, als gevolg van het hogere humusgehalte in de biologische percelen, verwachten dat er in het najaar door mineralisatie meer stikstof vrijkomt. Het is belangrijk dat er binnen de biologische fruitsector meer zicht komt op de noden van het gewas. Zo wordt de kans op boetes en beperkingen vanuit de Vlaamse Overheid ook verkleind.
‘Leguminoos-grandioos!’ (Inagro vzw)
Dit project wil enkele vlinderbloemige groenbemesters en hun mogelijke toepassingen in de biologische landbouw demonstreren. Daarnaast hebben enkele telers problemen met het vernietigen van grasklaver bij niet-kerende teeltsystemen of ter voorbereiding van vroege voorjaarsteelten in ploegende tuinbouwbedrijven. Hiervoor worden binnen dit project de mogelijkheden verkend. Tot slot wil het project ook data genereren ter onderbouwing van vlinderbloemige groenbemesters en het beheer ervan in de context van MAP4.
‘Zwavelvoorziening voor dier, plant en bodem in biologische landbouw’ (Inagro vzw, ism Wim Govaerts & co cvba)
Ten gevolge van de zure regen werd vroeger voldoende zwavel aangeleverd op veebedrijven. Nu ontstaan stilaan zwaveltekorten. Bedoeling van dit project is het in beeld brengen van zwaveltekorten bij vee, in grasklaver en in de bodem, het oplijsten van indicatoren, het nagaan van het verband tussen zwaveltekorten bij vee en de zwavelvoorraad in de bodem en het aanbieden van mogelijkheden om de zwaveltekorten bij het vee aan te pakken, via supplementen en zwavelbemesting van de bodem.
‘Optimalisering van het gebruik van koepel tijdens de zomer’ (PCG)
Tijdens de zomermaanden blijven tal van koepels leeg liggen daar een voor- en najaarsteelt over het algemeen het meest interessant is. Toch is braak veelal niet de meest interessante aanpak: de onkruiddruk neemt toe, er treedt in bepaalde gevallen woestijnvorming op wat nefast is voor het aanwezige bodemleven, en tijdens die periode wordt de koepel niet gevaloriseerd wat in een aantal gevallen niet oninteressant is. Doelstelling van dit project is een optimale en rendabele invulling bekomen van de koepel tijdens de zomermaanden, geschikt voor elk type bedrijf.
‘Opvolging coccidioseproject: impact van de groeivoorsprong van geitenlammeren op de latere productie’ (CCBT (Wim Govaerts & co))
Vanuit het biobedrijfsnetwerk melkgeiten was er enthousiasme over de positieve resultaten van de proef met het aanvullend voeder voor de geitenlammeren in het vorige CCBT-project “Aanpak van coccidiose bij geitenlammeren en kalveren”. De melkgeitenhouders waren dan ook vragende partij om te evalueren of deze groeivoorsprong die werd gerealiseerd ook effectief vertaald wordt naar een betere prestatie in de vervolgperiode. De resultaten zullen echter ook relevant zijn voor melk- en vleesveehouders als indicatie van het belang van sterkere en vroegere ontwikkeling in de jongvee-opfok.
‘Verkennend literatuuronderzoek naar criteria voor een verantwoord gebruik van een uitloop in de biologische pluimveehouderij’ (Proefbedrijf Pluimveehouderij)
Het doel van deze studie is een inventarisatie en interpretatie van criteria uit de literatuur, die een basis kunnen bieden tot een meer concrete invulling van wat een verantwoord gebruik van een uitloop is in de biologische pluimveehouderij. Meer bepaald wordt gezocht naar criteria die de optimale comfortbeleving van een biokip met betrekking tot de buitenloop concreter kunnen omschrijven. Dit was een vraag die duidelijk naar voor kwam in het BBN pluimvee.
‘Biologisch plantgoed aardbeien’ (PPK)
Dit project heeft als hoofddoel tegen eind 2013 biologisch plantgoed van aardbeien beschikbaar te maken voor de Vlaamse aardbeiteler. Daarnaast wil men ook een beter overzicht krijgen van de sector, de samenwerking tussen de telers verhogen door gezamenlijke aankoop van plantgoed te stimuleren, afspraken maken rond teelt- en oogstplanning en internationale samenwerking rond dit thema op gang brengen. Binnen de projectproeven wordt ook het thema ‘vlakke volleveldsteelt van aardbeien’ meegenomen, aangezien dit ook een actueel thema is binnen het BBN kleinfruit.
De voortgang en resultaten van deze projecten zullen via de BIOpraktijk-nieuwsbrief en via www.biopraktijk.be verspreid worden. Ook tijdens de biobedrijfsnetwerken en vakgroepen zullen de projecten uitgebreid aan bod komen.
Meer info?
Carmen Landuyt, CCBT
carmen.landuyt@ccbt.be
TEL 09 381 86 86
www.biopraktijk.be