Van gezond op het bord naar gezond voor de grond en terug
Het Europese project Diverimpacts brengt een 25-tal cases in beeld die op een of andere manier werken aan een meer gediversifieerde landbouw. Tijdens de jaarlijkse project bijeenkomst waren we begin juni te gast in Zweden. We maakten er onder andere kennis met twee enthousiaste en eigentijdse bedrijven die peulgewassen opnieuw op de Zweedse kaart zetten.
Nordisk Ravara gaat voor streekeigen grondstoffen
In 2016 richten Gunnar Backman en Tomas Erlandsson ‘Nordisk Ravara’ op. Na een succesvolle carrière buiten de voeding en de landbouw, waren beide aan een nieuwe uitdaging toe. Peulvruchten en quinoa van Zweedse bodem werden hun nieuwe passie. Nordisk Ravara organiseert de teelt van deze gewassen, zorgt voor de nodige naoogstbewerking en brengt deze tot bij de eindgebruiker. Gunnar Backman bracht ons hun verhaal. Nordisk Ravara vertrok vanuit een dubbele insteek: enerzijds stelden ze vast dat nieuwe consumptiepatronen aanleiding geven tot een verhoogde consumptie van peulvruchten. Anderzijds worden deze voornamelijk geïmporteerd terwijl deze teelten in Zweden mogelijk zijn en vroeger ook werden geteeld. Hun besluit snel gemaakt: ‘something needs to happen’ of ‘er moet iets gebeuren’.
Voor peulvruchten vertrokken ze vanuit de locale landbouwsystemen. Gangbare teeltsystemen leiden tot engere rotaties en schaalvergroting waardoor de biodiversiteit bovengronds en ondergronds verschraalt en ook andere neveneffecten meer en meer duidelijk worden. Voor quinoa was de motivatie eerder mondiaal. “Quinoa is goed voor ons, maar ontwricht locale ecosystemen en samenlevingen in de Zuid-Amerikaanse productiegbieden”.
Vandaag werkt Nordisk Ravara samen met 25 biologische landbouwers verspreid over Zweden. Zij telen onder andere linzen, gele en grijze erwten, veldbonen, lupinen en quinoa. Waar mogelijk worden deze gewassen in mengteelt geteeld met granen om tot stabiele opbrengsten en meer diversiteit te komen. Nordisk Ravara bracht ondertussen ook enkele erfgoedgewassen als de ‘Gotlandlinzen’ en een soort inlandse grijze erwt tot nieuw leven. Veldbonen en lupinen zijn twee ondergewaardeerde gewassen die ze in komende jaren graag meer aandacht geven. Goede nutritionele eigenschappen en een uitstekende of verassende smaak staan steeds voorop. De afzet is gericht op retail, publieke catering en locale verwerkers. Om hen creatief uit te dagen, gingen ze de voorbije zomer met enkele chef-koks van Zweedse sterrenrestaurants aan de slag. Gezond kan ook sexy en lekker zijn…
In de vraagstelling nadien gaf Gunnar nog volgende boodschap mee: “Waar je ook bent, overal zijn er heel wat authentieke gewassen en producten die je naar je eigen markt kan brengen. Nordisk Ravara wil hierin een inspirerend voorbeeld zijn”. Vanuit het project Diverimpacts willen we deze oproep ook naar Vlaanderen vertalen.
Bio voelt goed op boerderij Biskopshagen
Joel Mansson en Emma Sandberg van de boerderij ‘Biskopshagen’ baten samen met Joels vader Anders een akkerbouwbedrijf uit in Scania in het uiterste zuiden van Zweden. Deze streek kenmerkt zich door vruchtbare kleigrond. Bij de overname in 2014 stelden Joel en Emma zich de vraag hoe ze verder wilden met het bedrijf dat toen ongeveer 140 ha telde. Ze stelden vragen bij de chemie zowel omwille van hun eigen gezondheid als omwille van de ecologische impact. Bio voelde daarentegen goed en er is ook grote vraag naar bio in Zweden.
Foto: Joel en Emma houden ervan om hun verhaal met andere telers te delen
Van een traditioneel akkerbouwbedrijf met granen, bieten en wat groenten, zijn ze intussen geëvolueerd naar een gediversifieerd biologische bedrijf. Tegelijk groeide de oppervlakte naar 270 ha. 200 ha zijn op vandaag bio. De rest wordt gefaseerd omgeschakeld. Twee vruchtwisselingen lopen er naast elkaar: een akkerbouwmatige met granen, grasklaver, koolzaad, suikerbieten en veldbonen en een intensievere met granen, grasklaver, rode biet of knolselder, veldbonen en aardappelen. De suikerbieten worden in Denemarken biologisch verwerkt. De groenten en de aardappelen zijn bestemd voor verwerking en een verpakker voor de lokale retail. Hierin willen ze op korte termijn niet meer groeien om het bedrijf beheersbaar te houden. Ambities voor de toekomst liggen eerder in een meer autonome en gediversifieerde bedrijfsvoering. Door het slim inpassen van groenbemesters en grasklaver (beide zoveel mogelijk gemengd omwille van de biodiversiteit) willen ze de afhankelijkheid van organische korrelmeststoffen afbouwen. Joel en Emma telen ondertussen ook grijze erwten in mengteelt met haver, quinoa, linzen en cameline voor Nordisk Ravara. Om deze teelten op te zuiveren en om meer hoevezaaizaad te kunnen winnen werd de voorbij winter ook een graantrieur aangekocht.
Foto: perceel ingezaaid met zomerhaver (110 kg / ha) en grijze erwt (150 kg / ha). Beide zijn bestemd voor humane consumptie. Het perceel werd gezaaid en geschoffeld met de Cameleon.
Op het erf hadden Joel en Emma ook enkele machines uitgestald. De Cameleon is een Zweedse polyvalente machine die voor de biologische graanteelt werd ontwikkeld. De cameleon is in de eerste plaats een zaaimachine. Joel kiest voor een rijafstand van 25 cm. Na zaai wordt de machine via een sideshift systeem versteld en worden de zaaikouters vervangen door een schoffelmes van 18 cm. Een camerabesturing stuurt de machine dan tussen de rijen voor de onkruidbestrijding. Rijenbemesting of onderzaai van een groenbemester zijn dan ook mogelijk.
Foto: De Cameleon is een polyvalente machine die voor de biologische graanteelt werd ontwikkeld.
Joel gebruikt de wiedeg nog nauwelijks in zijn granen. De bezochte percelen rond het bedrijf lagen er netjes bij. Een 6 meter brede triltandcultivator van Vaderstadt werd uitgerust met vlakke en brede ganzevoeten met 6 cm overlap. Hiermee wordt waar mogelijk een vals zaaibed aangelegd. In rode bieten kunnen ze hiermee het manueel wiedwerk in grote mate beperken. Nu worden doorgaans nog geploegd, maar Joël wil dit gaandeweg afbouwen. Daarom experimenteert hij ook met nieuwe machines om zijn groenbemesters oppervlakkig te vernietigen. De Treffler TGA snijdt groenbemesters mooi af en heeft een hoge capaciteit, maar gooit de gewasresten onvoldoende los. De nieuwe Celli-frees lijkt beter te bevallen. De messen staan onder een kleine hoek waardoor ze beter snijden en de achterkant van het mes niet smeert. De dieptewielen vooraan voorkomen dat te diep wordt gewerkt. De beperkte capaciteit is mogelijk een knelpunt voor een groot bedrijf als dat van Joel en Emma.
Vele kleintjes brengen ook in Vlaanderen meer dan een één groot
Gunnar Backham van Nordisk Ravara verwoorde het gevat: “Waar je ook bent, overal zijn er heel wat authentieke gewassen en producten die je naar je eigen markt kan brengen.” Dit is ook de insteek van de Casestudy ‘Akkerfood’ die we in het kader van Diverimpacts in Vlaanderen initieerden. Het voorbije jaar volgden we vooral de samenwerking van Marc en Benedicte Verhofstede en Simon Colembi met La Vie est Belle op. De Belgische biologische sojalijn van Bioplanet is een van de eindresultaten van hun samenwerking.
‘Akkerfood’ wil vanaf dit jaar groeien als beweging door meer gelijkgezinde initiatieven aan te spreken en te stimuleren. Heb je ook creatieve ideeën omtrent de locale teelt of verwerking van biologische akkerbouwmatige zaadhoudende gewassen voor humane consumptie ? Heb je nood aan een klein duwtje in de rug of wil je graag je ideeën en ervaringen delen ?
Neem dan graag contact op met Lieven Delanote, Inagro, lieven.delanote@inagro.be – 051/273250
Meer info: www.diverimpacts.net
Bijlage | Grootte |
---|---|
diverimpacts.pdf | 547.17 KB |