Vaste waarden blijven aanwezig bij de onderstammen paprika
In verwarmde kassen is de meest rendabele opstelling voor een biologische grondteelt een rotatie met volgende gewassen in combinatie: tomaat, komkommer, paprika en/of aubergine. Deze gewassen zijn echter bijna allen van dezelfde familie en op elk van deze gewassen kunnen wortelknobbelaaltjes zich voortplanten en/of overleven. Om die reden is het van uiterst belang een resistente onderstam te gebruiken. Tevens gaan onderstammen een invloed hebben op de productie en de uniformiteit van de vruchten.
Aan de hand van een onderstammenproef werd nagegaan welke onderstam het meest geschikt is, en of enten een noodzaak is bij weinig grondgebonden problemen. Voor de selectie van de onderstammen werd in eerste instantie rekening gehouden met de wensen van de telers. Uiteraard werd eveneens rekening gehouden met de voorstellen die de zaadhuizen zelf aanleverden. De onderstamproef werd tevens bij 2 telers aangelegd. Door het aanleggen van de onderstamproef op meerdere locaties worden meer herhalingen gecreëerd en kan rekening gehouden worden met reactie op bodemtype en infectiedruk.
De proef werd aangeplant op 5 februari 2014 met als plantdichtheid 3,38 planten/m². Als ent werd Maranello (Enza) gebruikt. Er zat eveneens een ongeënt object in de proef. Tijdens de teelt werd een 2-stengelsysteem aangehouden. De oogst van de rode blokpaprika’s startte op 21 april en liep slechts tot 16 september door de hoge bladluisdruk.
Justine Dewitte
Bijlage | Grootte |
---|---|
onderstammen paprika.pdf | 1013.87 KB |