Is vervanging van ijzerinjectie door een biologisch alternatief mogelijk?
In de biologische varkenshouderij staat het verschaffen van een ijzerinjectie aan jonge biggen, zoals dat reeds jaren wordt toegepast, onder druk. Of het verschaffen van een routinematige injectie met ijzer binnen het kader van een biologische bedrijfsvoering past, valt namelijk te bediscussiëren. Dit leeft ook bij certificatieorganisaties. Deze vragen zich luidop af of er geen alternatieven voor handen zijn. Inagro en ILVO sloegen de handen in elkaar, en gingen de voorbije twee jaar samen op zoek naar het antwoord in een CCBT-project dat nu afgerond is.
Buitenbiggen blijken volgens literatuuronderzoek geen ijzersuppletie nodig te hebben
Het project ging van start met een verkennende literatuurstudie, waar deze probleemstelling in zijn geheel bekeken werd.
Hierbij keken we naar:
- De historiek rond ijzerinjectie en de onderzoeksevolutie ervan
- De ijzerstatus bij biggen met toegang tot onverharde buitenloop
Verschillende studies tonen aan dat biggen met toegang tot een onverharde buitenloop, geen extra ijzersuppletie nodig hebben. Zij halen voldoende ijzer uit de grond. Biggen die op een verharde uitloop gehouden worden, hebben wel extra ijzer nodig. - De fysiologie rond ijzeropname en het verschil in werking en effectiviteit tussen organische- en anorganische ijzervormen
Nagenoeg alle orale ijzeralternatieven bevatten een organische vorm van ijzer, veelal in de vorm van chelaat. Binnen de biologische verordening is enkel een anorganische vorm van ijzer toegestaan. - Verschillende potentiële alternatieven en hun beschikbaarheid
- De huidige wetgeving in buurlanden
Lees de volledige literatuurstudie hier!
In dit rapport wordt via tekstballonetjes de vertaalslag gemaakt naar een biologische praktijksituatie.
Ijzeralternatieven werden getest in praktijkstudie
Met de literatuurstudie trachtten we inzicht te krijgen in welke orale ijzersupplementen binnen een biologische bedrijfsvoering het meeste perspectief bieden als volwaardig ijzeralternatief. Enkele geselecteerde supplementen werden vervolgens in een dierproef bij ILVO op de Varkenscampus uitgetest naar hun werking en toepasbaarheid. Deze proef werd uitgevoerd onder gangbare omstandigheden, waarbij er zoveel als mogelijk aandacht was voor de vertaling naar een biologische situatie. In totaal werden er 650 biggen in deze studie opgenomen.
Bij de zoektocht naar alternatieven voor injectie moeten we ons in de eerste plaats afvragen of er grote verschillen zijn tussen orale opname van ijzer, en ijzer dat rechtstreeks in de spier geïnjecteerd wordt. Hier is in het verleden wel wat onderzoek rond gebeurd maar niet steeds met een éénduidig antwoord. Daarom werd een gangbaar product, met een gekende werking, mee in de vergelijking opgenomen (Hemoral). Verder werden er twee proefgroepen met biologische alternatieven voorzien (Farmafer en lavameel). Deze werden allen vergeleken met een standaard ijzerinjectie. Alle alternatieve producten werden ad libitum aangeboden.
- Proefgroep 1: Hemoral vrijwillige opname (conventioneel)
‘Hemoral’ is een gangbaar oraal ijzeralternatief in poedervorm en bevat 24% aan ijzer in verschillende vormen, waaronder chelaten. Het is al geruime tijd in de handel, wordt door de biggen als smakelijk ervaren en heeft zijn werking al meermaals bewezen. Hemoral is een gangbaar product, en is niet toegestaan in de biologische verordening. - Proefgroep 2: Hemoral geforceerde opname (conventioneel)
Om er zeker van te zijn dat de biggen voldoende van dit product opnamen, werd er eveneens een proefgroep toegevoegd waarbij ‘Hemoral’ vermengd werd met appelmoes en zo via een spuitje in de mond werd gebracht. Op die manier konden we mooi de vergelijking maken tussen orale ijzeropname en ijzeropname via injectie. Zodoende is het namelijk uitgesloten dat een potentieel verminderde werking te wijten is aan een verlaagde opname van het product. - Proefgroep 3: Farmafer (bio)
Verder werd het product ‘Farmafer’ in proef opgenomen, een product van de Franse firma Farmapro. Dit zijn met ijzer verrijkte zemelen, en aangezien het ijzer in de vorm van ijzersulfaat (22,5 %) voorkomt, is het toegelaten binnen de biologische verordening. Waar er in Vlaanderen sprake is van een wijziging in wetgeving, werd er in Frankrijk reeds een verbod ingevoerd op het toepassen van ijzerinjectie binnen de biologische varkenshouderij. Zij staan hierdoor al iets verder in de zoektocht en hebben daarom al een biologisch alternatief op de markt. - Proefgroep 4: Lavameel (bio)
Inspiratie voor het idee tot het gebruik van lavameel, komt eveneens vanuit Frankrijk overwaaien. Bij het INRA (Frans onderzoeksinstituut) werd er naar aanleiding van dit verbod eveneens een studie opgezet waarbij verschillende ijzeralternatieven werden getest. In deze studie werden er verrassende resultaten geboekt met een mengeling van turf en rivierslib. Biggen die dit alternatief ontvingen vertoonden namelijk uitmuntende bloedwaarden en vitaliteitsscores. Voortgaande op de positieve ervaringen van onze Franse collega’s, en vanuit het idee dat het kleimineralen zijn die hiervoor verantwoordelijk zijn, testten we of we dezelfde resultaten kunnen bereiken met lavameel. Lavameel is een 100% natuurlijk gesteentemeel dat eveneens in biologische landbouw wordt ingezet als bodemverbeteraar. In tegenstelling tot rivierslib is het commercieel beschikbaar en bevat het een relatief grote hoeveelheid aan ijzer (10-12% per kg product) in de vorm van ijzeroxide (Fe2O3). - Proefgroep 5: IJzerinjectie (referentie)
De controlegroep ontving een standaard ijzerinjectie van 200 mg ijzerdextraan op drie dagen leeftijd.
Lavameel scoort onvoldoende als ijzeralternatief
De standaardmethode om bloedarmoede (anemie) in kaart te brengen, is door het meten van het gehalte aan hemoglobine in het bloed. Dit werd per proefgroep in kaart gebracht en uitgezet op onderstaande grafiek. Algemeen zien we tamelijk wat spreiding binnen proefgroepen.
De biggen die een standaard ijzerinjectie ontvingen, vertoonden gemiddeld gezien normale hemoglobinelevels. Slechts 5% van de biggen viel onder de categorie ‘anemisch’ en vertoonde bloedarmoede.
De enige proefgroep die gemiddeld onder de grenswaarde scoorde, was de groep die lavameel ontving. Deze biggen vertoonden duidelijk tekorten aan hemoglobine in het bloed; 75% van deze biggen viel dan ook onder de categorie ‘anemisch’. Dit is vaak een indicatie voor een verlaagde weerstand. Nu, er werden geen verhoogde ziekteverschijnselen of mortaliteit in deze groep vastgesteld.
Effectief product kan, bij voldoende hoge opname, betere resultaten opleveren dan injectie
Opvallend is eveneens dat de proefgroep die (geforceerd) ‘Hemoral’ ontving, het gemiddeld beter deed dan de controlegroep die een standaardinjectie kreeg. Hier is slechts 2% van de biggen anemisch, en ligt het gemiddelde ruim boven de grenswaarde.
De verschillen die we hier, tijdens de melkfase zien, zijn op het einde van de biggenbatterij niet meer aanwezig. Op 70 dagen leeftijd, wanneer er voldoende vast voer wordt geconsumeerd, hebben alle biggen hun reserves weer aangevuld.
Andere bloedparameters die in deze studie werden gemeten, wijzen in dezelfde richting. Je kan ze terugvinden in deze presentatie.
IJzerstatus had geen effect op groei- en gezondheidsniveau
Alle biggen in de proef werden opgevolgd van geboorte tot speenleeftijd. Een selectie van de biggen (n=290) werd verder opgevolgd tot aan de slachtlijn. Er bleken nagenoeg geen effecten te zijn op groeiparameters. Ondanks de lagere bloedwaarden, deden de biggen met lavameel het even goed qua groeiprestaties. Zowel het lichaamsgewicht als de dagelijkse groei werd hierbij in kaart gebracht. Er werd nadien eveneens geen effect gevonden van ijzerstatus op de karkaskwaliteit.
Verlaagde bloedwaarden kunnen duiden op slechtere weerstand
Het is wel belangrijk om te vermelden dat deze biggen in optimale (proef)omstandigheden werden gehouden. Ondanks dat er geen effecten op prestatieparameters werden aangetoond, kunnen verlaagde bloedwaarden wel op een verlaagde weerstand duidden. Biggen in praktijkomstandigheden zouden dus potentieel wel vatbaarder kunnen zijn voor ziektekiemen wanneer ze opgroeien met lage ijzerreserves.
Wist je dat je het hemoglobinegehalte zelf eenvoudig kan meten met behulp van een ‘Hemocue’ toestel? Waarden bekomen met dit toestel via een oorprik vertonen een sterke overeenkomst met waarden verkregen via bloedanalysen.
Wroetgedrag stimuleren
Wij geloven dat er nog wel wat winst valt te boeken in de manier waarop je een bepaald supplement aanbiedt. Stimulatie van wroetgedrag, en tevens het nieuwsgierige karakter van het big, zou potentieel kunnen leiden tot een grotere opname van een bepaald product. De structuur van een product (vb. papje i.p.v. poeder) of de voerbak kan hier mogelijks een rol in spelen.
In een volgende stap willen we deze resultaten graag in de praktijk valideren.
Ben je (biologisch) varkenshouder, en wil je hier graag (onder begeleiding) mee aan de slag? Laat het ons dan weten!
Meer info?
karolien.hertogs@inagro.be
Met dank aan het VLAIO-LA project UNIPIG ‘Minder verlies door meer uniformiteit binnen een vleesvarkensronde’ kon een deel van de biggen uit deze proef verder opgevolgd worden tot aan de slachtlijn en de karkaskwaliteit bepaald worden.
Bijlage | Grootte |
---|---|
Presentatie CCBT-project Alternatieve ijzervoorzieningen voor biologische biggen.pdf | 1.57 MB |