Afleiden van N en P uitscheidingsnormen voor de biologische melkveehouderij
Volgens de biologische melkveehouders is de productiewijze en de rantsoensamenstelling op hun bedrijven dermate afwijkend van de gangbare landbouw dat een uitzondering op de huidig geldende uitscheidingsnormen verantwoord kan zijn. Zij steunen zich hierbij op het extensievere karakter van de biologische melkveehouderij, het trager verteerbaar voeder, de lagere eiwitgehalten in gras, het kleinere aandeel krachtvoeder, enzovoort. Met dit project zullen de N en P uitscheidingen van koeien die biologisch gevoederd worden zo precies mogelijk bepaald worden en vergeleken worden met die van de gangbare melkveehouderij, hierbij, in de mate van het mogelijke, rekening houdend met de specifieke eigenschappen van de biologische melkveehouderij. Daarbij zal qua methodiek zo vergelijkbaar mogelijk te werk gegaan worden als bij het afleiden van de uitscheidingsnormen voor de gangbare melkveehouderij. Enerzijds zullen een aantal berekeningen gebeuren en anderzijds zullen er balansproeven en voederproeven, inclusief validatie op biologische bedrijven, uitgevoerd worden.
ILVO-Dier: Sam De Campeneere, Nico Peiren ILVO-Plant: Alex De Vliegher, alex.devliegher@ilvo.vlaanderen.be
Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling
De Campeneere, S., Peiren, N., De Vliegher, A., & De Brabander,D. (2010). Inschatting van de N- en P- excreties op Vlaamse biologische melkveebedrijven? In: De biologische landbouw in Vlaanderen: Onderzoek 2008-2010. L. De Cock, N. Erbout, J. Van Waes (eds). NOBL, Merelbeke, 100-101.