Praktijkhaalbare biologische beheersingsstrategie voor bessenbladwesp in de bessenteelt (Pak Ribessii)
Bessenbladwesp (Nematus ribesii) is een blijvend probleem bij biologische (stekel)bessentelers. De vreetzuchtige larven (bastaardrups) kunnen op een hele korte periode alle bladeren opeten. Daardoor verzwakt de plant en kan er productieverlies optreden. Bessenbladwesp overwintert als larve in een cocon in de grond en start haar vlucht in maart. Gedurende april en mei kunnen de larven vreten aan de bladeren, waarna ze terug verpoppen in de grond. De 2de generatie kan in de zomermaanden opnieuw veel schade aanrichten. Actuele beheersing gebeurt door het manueel doodknijpen van de larven (tijdrovend en niet efficiënt) of een (nood)behandeling met spinosad tegen bladvretende (bastaard)rupsen (nefast voor nuttigen). Neveneffecten van toepassingen met bitterzout als bladmeststof (verharding van het blad) zijn niet altijd even efficiënt doordat de larven al te groot zijn.
Via dit CCBT-project willen we een duurzame biologische beheersingsstrategie voor bessenbladwesp bekomen. Door gebruik te maken van een recent beschikbaar seksferomoon kan de vlucht gericht opgevolgd worden. Dit laat toe om de start van eileg en ontluiking nauwkeurig te bepalen, waardoor biologische beheersingsmiddelen (zoals Neemazal-T/S en bitterzout) op hun meest optimale toepassingsmoment kunnen ingezet worden. Daarnaast testen we ook of het gebruik van (gele) vangbanden een duurzame oplossing kunnen bieden zonder de inzet van gewasbeschermingsmiddelen.
Eva Bangels
eva.bangels@pcfruit.be
CCBT-project
Agentschap Landbouw & Zeevisserij
Proeftuin aardbei en houtig kleinfruit van het pcfruit vzw, ST@F, Zoölogie, Universiteit van Greenwich en de biovakgroep kleinfruit