Insectenmeel en melkweipoeder: eiwitbronnen van de toekomst in bio leghennenvoeders?
Insectenmeel en biologisch melkweipoeder zijn potentieel veelbelovende grondstoffen voor pluimveevoeders. Dit komt door onder meer hun nutritionele waarde, regionale oorsprong en bijdrage binnen het concept van circulaire landbouw.
Zowel insectenmeel als melkweipoeder bevatten hoge gehaltes aan methionine en vitamine B2, twee componenten die zeer belangrijk zijn in het rantsoen van leghennen. Binnen de biologische veeteelt is het niet toegestaan om synthetische aminozuren of vitamines in het voeder toe te voegen. Daardoor zijn de gehaltes ervan vaak moeilijk op peil te houden.
Insecten kunnen efficiënt gekweekt worden op organisch afval, met bijvoorbeeld een vermindering van voedselverspilling tot gevolg. Onderzoek toonde in het verleden reeds aan dat insecten, zowel levend als in meelvorm, efficiënt ingezet kunnen worden met een goede invloed op de productie en kwaliteit van eieren. Melkweipoeder op zijn beurt is dan weer een bijproduct van de zuivelindustrie dat kan aangewend worden voor de productie van veevoeders. Beide producten kunnen daarnaast makkelijk lokaal of regionaal geproduceerd worden, waardoor ze (gedeeltelijk) soja kunnen vervangen. Dit biedt mogelijkheden om de afhankelijkheid van geïmporteerde soja, vaak gelinkt aan ecologische schade door ontbossing, te kunnen verminderen.
Insectenmeel en biologisch melkweipoeder werden in het afgelopen CCBT-project verwerkt in leghennenvoeders. De testvoeders werden zo geformuleerd dat steeds aan de nutritionele en energiebehoefte van de dieren werd voldaan.
Om selectief eten door de hennen te voorkomen werd het insectenmeel door ILVO verwerkt in een legkorrel die de leghennen te eten kregen. Sojaschroot werd daarin vervangen door insectenmeel (5%) en aardappeleiwit. Een proef met dit voeder vond plaats op het Proefbedrijf Pluimveehouderij in Geel. Hierbij kregen twee groepen van 15 leghennen het voeder met insectenmeel aangeboden terwijl twee andere groepen een controlevoeder zonder insectenmeel kregen. Er werd opgevolgd hoe de hennen presteerden, op vlak van productie en gezondheid.
Voor een tweede gelijkaardige proef op het Proefbedrijf Pluimveehouderij werd een beperkt gehalte aan biologisch melkweipoeder (2,5%) ingemengd in een commercieel verkrijgbaar biologisch leghennenvoeder. Dit ter gedeeltelijke vervanging van sojaschilfers. Dit voeder met melkweipoeder werd ook gegeven aan een groep hennen op een kleinschalig biologisch gecertificeerd bedrijf (zie foto bovenaan).
De resultaten van de proef met insectenmeel waren positief en veelbelovend. Het voeder met melkweipoeder werd ook gesmaakt door de leghennen, maar daar werden geen verschillen gemerkt met het controlevoeder.
De resultaten van de proeven, ook al waren ze kleinschalig, vormen dus een indicatie voor het toekomstige potentieel van dergelijke alternatieve eiwitbronnen. Voor beide producten zijn er echter nog enkele euvels te overwinnen. Zo brengt hun gebruik momenteel een duidelijke meerkost met zich mee. Een opschaling van de productie in de toekomst zou de kostprijs kunnen drukken. Maar er zijn andere eiwitbronnen die evenzeer hoge gehaltes aan bijvoorbeeld methionine bevatten en die momenteel reeds gebruikt worden door commerciële voederfirma’s. Denk maar aan rijsteiwit. Het verwerken van insectenmeel en melkweipoeder in veevoeders vergt daarnaast ook logistieke en praktische overwegingen in de voederfabrieken.
Wettelijk wacht er insectenmeel ook nog een uitdaging. Insectenmeel kan in tegenstelling tot melkweipoeder immers nog niet aangewend worden in de biologische veeteelt als grondstof. Dit omwille van het ontbreken van wetgeving voor biologische productie van insecten. Een doorbraak in de wetgeving zou de deur kunnen openen naar het gebruik van deze nutritioneel zeer interessante eiwitbron.
Lees hier het samenvattende verslag van dit project.
Voor meer details kan je ook een kijkje nemen in het technisch eindrapport.
Binnenkort verschijnt ook een filmpje over dit project. Hou BIOpraktijk dus goed in de gaten als je nieuwsgierig bent!
Meer info?
hanne.nijs@provincieantwerpen.be