De voorbije decennia worden gekenmerkt door een verlies aan biodiversiteit en insectendiversiteit. De omschakeling van waardevolle habitats naar arealen voor intensieve voedselproductie maakt landbouw tot één van de hoofdoorzaken van deze verliezen. Recent gaat echter steeds meer aandacht uit naar landbouwdiversificatie (bv. intercropping, agroforestry, variety mixtures) om de teloorgang van (bestuivende) insecten tegen te gaan. Aangezien community supported agriculture (CSA) een kleinschalige vorm van landbouw vertegenwoordigt, die getypeerd wordt door een uitgebreide gewasdiversificatie, wordt in deze thesis onderzocht wat de waarde van dit type landbouw is in het bieden van floral resources voor wilde bestuivers.

In de nazomer van 2023 werden op zestien verschillende locaties in Vlaanderen bestuivende insecten (bijen, zweefvliegen, vlinders, wespen) gevangen, zowel op CSA-boerderijen als in semi-natuurlijk graslanden (SNG). SNG worden namelijk als meest waardevolle habitats gezien met betrekking tot de bloemvoorziening voor bestuivers in de nazomer. Uit dit onderzoek blijkt nu dat de vegetatiebedekking en -soortenrijkdom vergelijkbaar zijn voor beide habitats en dat de bloemabundantie zelfs hoger is in CSA’s. Ook de aantallen en soortenrijkdom van bestuivers zijn vergelijkbaar. De samenstelling van de vegetatie- en bestuiversgemeenschap verschillen echter tussen beide habitats, wat hen complementair maakt. CSA-boerderijen kunnen dus als waardevolle habitat voor bestuivers beschouwd worden. Verder blijkt dat bloemabundantie een significant positief effect heeft op de abundantie van alle bestuivers en zweefvliegen. Het areaal landbouw in de omgeving had een significant negatief effect op de zweefvliegabundantie. Bloemabundantie en/of -rijkdom en het landbouwareaal in de omgeving hadden geen significant effect op de abundantie/ rijkdom van andere bestuivers.