Nieuwe CCBT-projecten van start voor groenteteelt, akkerbouw en dierlijke productie
Dit jaar start Inagro met een aantal nieuwe CCBT-projecten. De projecten lopen twee jaar en hebben als doel om praktisch toepasbare resultaten op te leveren die antwoorden bieden op vragen uit de sector. Voor de plantaardige sector starten “Bakkwaliteit Biologische Baktarwe Borgen”, “(Plantaardige) handelsmeststoffen in kaart” en “W&W biogroenten openlucht en tunnel”. Voor de dierlijke sector is er “Klimaatadaptieve zonnebloemteelt voor een betere melkkwaliteit”.
Bakkwaliteit biologische baktarwe borgen
Er is een groeiende belangstelling voor de lokale teelt van biologische baktarwe. Het blijkt echter in onze regio een grote uitdaging om aan de hoge kwaliteitseisen te voldoen. Afhankelijk van de afnemer is een eiwitgehalte van minstens 10,5 à 11,5 % en een sedimentatiewaarde van minstens 30 à 35 ml vereist. Voorbije jaren was dit moeilijk te halen in rassenproeven (Inagro) en ook telers kaartten dit aan. In de praktijk geniet wintertarwe de voorkeur op zomertarwe door het breder zaaivenster en een hoger opbrengstpotentieel. Maar net bij dit type liggen de grootste uitdagingen.
Op suggestie van enkele telers, willen we met dit project daarom in beeld krijgen of zaaidatum, zaaidichtheid en de manier van mechanische onkruidbestrijding een invloed hebben op de bakkwaliteit. Aanvullend willen we het onderzoek naar de meest geschikte (bio-)rassen om baktarwe te telen in Vlaanderen verder zetten. Zo kunnen we de biologische akkerbouwers met de opgebouwde kennis verder ondersteunen.
Concreet zullen we in twee teeltseizoenen (’25 en ’26) de vroege zaai van wintertarwe begin oktober vergelijken met begin november. En zullen we in een van beide jaren in samenwerking met een ander project verschillende manieren van onkruidbeheersing (timing wiedeggen, companion plant) vergelijken.
Daarnaast proberen we lagere zaaidosissen wintertarwe (50-75-100%) in combinatie met wiedeggen en/of schoffelen. Een lagere standdichtheid zorgt potentieel voor meer licht, vocht en nutriënten (stikstof) voor de individuele plant. Op rijen zaaien om schoffelen mogelijk te maken in het voorjaar, kan zorgen voor extra zuurstof in de bodem met een mineralisatiepuls (grotere stikstofbeschikbaarheid voor de plant).
Ten slotte kijken we dit jaar (’24) nog naar het huidige rassenaanbod bakwaardige zomertarwes voor de biologische teelt. Volgend jaar plannen we een vergelijkende rassenproef met wintertarwes.
Jaarlijks wordt een stuurgroep voor dit project georganiseerd. Geïnteresseerde telers en verwerkers van biologische baktarwe kunnen zich melden bij: jasper.vanbesien@inagro.be.
(Plantaardige) handelsmeststoffen in beeld
Bloed-, haar-, veren-, hoorn- en beendermeel zijn makkelijk beschikbare grondstoffen voor organische handelsmeststoffen als aanvulling van de nutriëntenbehoefte van de biologische groenteteelten. Zoals de naam aangeeft zijn deze producten van dierlijke oorsprong en in hoofdzaak restproduct van de grootschalige gangbare vleesindustrie.
Dit was een belangrijke reden voor veel biologische groentetelers om in de voorbije jaren voor OPF (Organic Plant Feed) te kiezen. Dit is een alternatief plantaardig product dat bestaat uit geconcentreerde vinasse (restproduct suikerriet industrie). Het gebruik van OPF en andere gelijkaardige producten met hoog gehalte aan direct beschikbare minerale stikstof in bio staat echter in het buitenland ter discussie (en is in Nederland al verboden).
Het project start met een inventarisatie van de commercieel beschikbare organische handelsmeststoffen. De informatie die we daaruit halen naar beschikbaarheid, samenstelling, werkzaamheid en toepassingsmethode zullen we gebruiken om onze "wegwijzer organische handelsmeststoffen" die in een eerder project in 2010 opgemaakt werd een broodnodige update te geven.
Als tweede luik gaan we enkele verkennende proeven aanleggen in vroege spinazie en in een industrieteelt bloemkool.
In deze proeven zullen we een aantal beloftevolle alternatieve handelsmeststoffen gebruiken naast een object zonder bemesting en een object met de klassieke handelsmeststof OPF 11-0-5 aanleggen als referenties. Op die manier kunnen we de werkzaamheid en de bruikbaarheid van deze alternatieven beoordelen. Daarbij wordt ook de kostprijs als belangrijke parameter meegenomen.
W&W biogroenten openlucht en tunnel
In dit project willen Inagro, het PSKW en Viaverda de W&W-dienst specifiek voor biologische groentetelers continueren, verder verbeteren en uitbreiden. De drie proefcentra zullen ook in 2024 en 2025 waarnemingen uitvoeren op minstens twee praktijkpercelen per regio en per teeltgroep (koolgewassen, prei/ui, wortelen/selder, sla). Met Viaverda als extra partner willen we vanaf dit jaar ook groenten in tunnel opnemen in de waarschuwingsdienst. We zullen tenslotte ook nieuwe digitale plaagfiches opmaken, in aanvulling op deze die in het vorige project “W&W bio-groenten” zijn ontwikkeld.
Lees hier meer.
Klimaatadaptieve zonnebloemteelt voor een betere melkkwaliteit
Het doel van dit project is de teelttechniek van zowel zonnebloem als hoofdteelt, evenals zonnebloem als nateelt na een wintergraan onder de knie krijgen. Daarnaast willen we inzichten verwerven in het opbrengst- en voederwaardepotentieel onder onze klimatologische omstandigheden.
Naast de teelttechnische insteek, willen we ook de dierlijke kant integreren in de projectaanpak: het doel is om aangepaste rantsoenen te formuleren waarin lokaal geteelde zonnebloemproducten passen. We zullen hierbij bekijken hoe dit bedrijfseconomisch uitpakt, en welke effecten zonnebloemproducten in het rantsoen hebben op de vetzuursamenstelling van de melk.
De primaire doelgroep zijn biologische veehouders met melkproducerende herkauwers (melkvee, melkgeiten) met eigen voerproductie. In tweede instantie kunnen de inzichten van dit project ook zinvol zijn voor biologische akkerbouwers die voederteelten voor melkveehouders verbouwen of op zoek zijn naar interessante aanvullende gewassen in de teeltrotatie.
Concreet gaan we binnen dit project op zoek naar de meest geschikte rassen om, in deze opzet en in onze contreien, te telen. Dit gebeurt aan de hand van een rassenproef die op Inagro zal worden aangelegd. De teelttechnische kant van deze toch wel vernieuwende teelt zal hierbij verder onder de loep genomen worden. Er wordt binnen deze proefopzet gevarieerd met het zaaitijdstip enerzijds en zaaiwijze anderzijds.
Daarnaast zullen er eveneens twee praktijkpercelen worden ingezaaid met zonnebloemen, waarvan de oogst vervoederd zal worden. Naast teeltervaring zullen we hier dus ook kennis opbouwen rond het potentieel van deze teelt aan het voederhek en de uiteindelijke invloed op de melkprestaties.
Eens van het veld, lijkt het maken van een zonnebloemsilage nog niet zo evident te zijn door het grote risico op kuilsappen. Een mengkuil met mais zou hierbij een oplossing kunnen bieden. Binnen dit project bekijken we de mogelijkheden voor inkuiling en bewaring a.d.h.v. microkuilen, waarbij we zullen variëren met de verhouding zonnebloem:mais. Op die manier kunnen we de optimale verhouding in kaart brengen.
Meer info?
Baktarwe: Jasper Vanbesien, jasper.vanbesien@inagro.be, 051 14 03
Handelsmeststoffen: Joran Barbry, joran.barbry@inagro.be, 051 27 32 27
W&W: Femke Temmerman, femke.temmerman@inagro.be, 051 27 32 53
Zonnebloemen: Karolien Hertogs, karolien.hertogs@inagro.be, 051 27 32 51