Organic fertilisation practice secures good water quality
Biologische landbouw scoort algemeen significant beter inzake nitraatstikstofresidu dan de gangbare teelt. Om deze reden wordt de biologische landbouwmethode in MAP 6+ en/of MAP 7 wellicht erkend als ‘duurzame teeltpraktijk’. Deze erkenning is geen vrijgeleide voor de biologische sector, maar stelt de sector des te meer voor een belangrijke verantwoordelijkheid.
Via voorliggend project willen we biologische boeren handvaten bieden om de N-efficiëntie van hun bedrijfssysteem verder te optimaliseren met als dubbele win zowel een stabielere opbrengst als een (nog) lager nitraatstikstofresidu in het najaar. Biologische telers zetten hard in op een goede bodemkwaliteit via organische bemesting, een beredeneerde vruchtwisseling inclusief groenbemesters en aangepaste bodembewerkingen.
In een eerste werkpakket brengen we in beeld hoe deze geoptimaliseerde bodemkwaliteit zich vertaalt naar de stikstofbeschikbaarheid voor de teelt. In een tweede werkpakket demonstreren we hoe biologische landbouwers de N-dynamiek op hun percelen actief kunnen aansturen en afstemmen op de eigenlijke N-behoefte van de teelt(en) op het perceel. Hierbij komen onder andere in beeld: N-behoefte teelten, impact teeltplan op N-behoefte bedrijf, type en tijdstip bodembewerking, keuze en management van groenbemesters, basisbemesting met dierlijke mest/compost en finetuning met organische korrelmeststoffen of fertigatietechnieken. Deze instrumenten moeten de telers coherent en proactief samenbrengen in een bemestingsplan tijdens de winter ter voorbereiding van het teeltseizoen.
We ondersteunen de telers hierbij middels 3 interactieve winterbijeenkomsten gespreid over de loopduur van het project. Een netwerk van demopercelen verspreid over Vlaamse praktijkbedrijven en de praktijkcentra versterkt de betrokkenheid.
Inagro, PCG, Proefcentrum Pamel en ILVO
CCBT en Bioforum